Homepage KO Stamreeks Ivens Stamreeks Veltmeijer Stamreeks Boensma Extra informatie Veltmeijer


Biografie VELTMEIJER

Jacobus Josephus Veltmeijer
als misdienaar

 


Jacobus Josephus Veltmeijer werd geboren te Rotterdam op 14 juli 1889. Hij was het derde
kind van de Rotterdamse timmerman Lodevicus Franciscus Antonius Veltmeijer en diens vrouw
Anna Maria Boensma.
Het gezin telde in totaal negen kinderen en beleed de rooms-katholieke godsdienst, vandaar dat we
de jonge Jacobus Josephus (Koos) kunnen zien poseren als misdienaar.
Achtereenvolgens werden geboren: Lodevicus (Louis), Hermanus (Herman), Jacobus (Koos), Petrus
(Piet), Maria (Marie of Rie), Johannes, Antonius (Antoon), Anna (Annie) en Ida.
Toen mijn opa Koos geboren werd (in 1889) woonde het gezin in de Gouvernestraat.

Vader Lodevicus was een afstammeling van Duitsers, Fransen, Vlamingen, Brabanders en
Hollanders, die zich in de loop der laatste drie eeuwen in Rotterdam vestigden, naar we mogen
aannemen op zoek naar een beter bestaan. De oudste inwijkelingen zijn vermoedelijk om religieuze
en/of politieke redenen naar de Republiek der Verenigde Nederlanden gekomen; de jongere zullen
eerder een economisch motief hebben gehad. De vader van Koos Veltmeijer had aanmerkelijk
minder Rotterdams en Hollands bloed dan de vader van Koos' latere vrouw Cor Ivens, maar van
een andere kant bekeken maakt zijn multiregionale komaf hem eigenlijk toch ook op zijn manier
weer typisch Rotterdams.
Dankzij de oude adresboeken van Rotterdam kunnen we achterhalen op welke adressen Koos'
vader Lodevicus Veltmeijer in de loop van zijn leven werkzaam is geweest als timmerman.
Hij wordt voor het eerst genoemd in 1887; dan is hij gevestigd aan de Mauritsstraat 40. Ook in
1888 was vader Lodevicus werkzaam op dit adres. In 1889, het jaar waarin Koos geboren werd,
zou hij nog altijd op dit adres gezeten hebben, maar uit de geboorteakte van Koos blijkt dat hij in
elk geval in juli al verhuisd was naar de Gouvernestraat, waar hij volgens het adresboek in 1890
nog zat. In 1891 zien we hem opeens weer in de Mauritsstraat, nu op nummer 42. Lodevicus' vader,
de smid Lodewijk, is dan inmiddels ook verkast naar de Mauritsstraat (nummer 90). Dit blijft zo tot
en met 1894.
In 1895 wordt een timmerman L.A.F. Veltmeijer vermeld, gevestigd aan de Alexanderstraat, en in
1896 wederom een L.A.F., nu aan de Nadorststraat 80. Deze vermelding blijft gehandhaafd tot en
met 1899, maar in 1900 vinden we Lodevicus eindelijk weer netjes terug als L.F.A. Veltmeijer, nog
altijd in de Nadorststraat. Daar blijft hij in ieder geval tot en met 1903. Het jaar 1906 brengt ons
een timmerman L. Veltmeijer in de Josephstraat. In 1907 werkte een L. Veldmeijer als timmerman
aan de Gaffelstraat 9, op welk adres de navolgende jaren tot en met 1914 een L. Veltmeyer zijn
timmermanszaak had. Er lijkt mij geen reden te zijn om eraan te twijfelen dat het ook hier steeds
weer gaat om onze voorvader Lodevicus. Vanaf 1915 vinden we Lodevicus ineens niet meer terug
in zijn hoedanigheid van timmerman. De L.F.A. Veltmeyer die we vanaf 1923 tegenkomen, was
Ludovicus Franciscus Antonius, de zoon van Lodevicus' broer Jacobus; in het latere gezin van mijn
grootvader Koos en mijn oma Cor Ivens stond Ludovicus bekend als 'neef Louis van de Bergsingel'.

Koos' moeder Anna Maria was volgens betrouwbare bron een 'lief, hartelijk vrouwtje'. Door haar
geboorte in het Overijsselse Steenwijkerwold en haar voornamelijk Friese roots is zij de minst
Rotterdamse van de ouders van Koos.
Anna Maria stond altijd klaar om haar buren te helpen. Haar hulpvaardigheid ging zelfs zover dat
Koos' vader Lodevicus er op den duur boos om werd, als zij haar huishouden met zoveel kinderen
weer eens liet staan om bij de buren te behangen...

Anna Maria wilde graag dat al haar zonen een degelijk vak zouden leren en had al min of meer
uitgestippeld wie wat moest gaan doen. Oudste zoon Louis moest smid worden, maar hield het
smidsvak na één dag ervaring al voor gezien. In plaats daarvan nam hij een kantoorbaan. Om die
reden moest een van de andere zoons smid worden; dat werd mijn grootvader Koos. Zijn broer
Herman bracht het tot meester-schoenmaker. Na zijn pensionering ging hij naar de kunstacademie
in Rotterdam en maakte hij nog furore als de kunstschilder Herman Peer; zijn door schildervrienden
in Laren bedachte alias was een zinspeling op collega Karel Appel. Koos' jongere broer Piet trad in
de voetsporen van vader Lodevicus en leerde voor timmerman. Hekkesluiter Antoon werd (huis)schilder.
Overigens zaten de zussen Marie en Annie ook niet stil. Zij woonden de laatste jaren van hun vaders
leven samen met hem in de C.P. Tielestraat, op nummer 26a. Annie had daar een eigen zaak als naaister.
Marie deed ondanks het feit dat zij lichamelijk gehandicapt was, de huishouding. Ook streek zij het
door haar zuster Annie gefabriceerde naaiwerk.
Toen vader Lodevicus Veltmeijer stierf, woonde hij nog in de C.P. Tielestraat. In deze zelfde straat,
maar op een ander huisnummer, voerde zijn zoon Herman jarenlang zijn bedrijf als schoenmaker.


De Rotterdamse voetbalclub UDI.
Koos Veltmeijer geheel links op de hurken

 


De eerste grote liefde van mijn grootvader Koos was koning Voetbal. Al moest hij later kiezen
'tussen de bal en het meisje'...
Op de foto zien we Koos met zijn ploeg, de voetbalvereniging UDI. Deze vereniging werd opgericht
op 1 augustus 1907 en opgeheven op 30 juni 1938.


Koos Veltmeijer en Cornelia Ivens (zittend)
met Marie en Annie Veltmeijer

 


Het meisje dat Koos liet beloven de bal af te zweren, was Cornelia Ivens, het pittige naaistertje
met wie hij in 1916 in het huwelijk trad. Hij had haar nota bene ontmoet bij een toneeluitvoering
gegeven door zijn voetbalclub UDI. Koos moest doortastend te werk gaan, want er was een
kaper op de kust, zoals Cor Ivens in 1971 niet zonder een zekere tevredenheid vertelde aan haar
jongste kleinzoon. Klik hier om te luisteren.
Toch kwam er binnen enkele maanden een verloving van, die werd gevierd in het Limburgse
Valkenburg, samen met chaperonnes Marie en Annie Veltmeijer, de twee zussen van Koos.
Luister hier.


Koos met zijn drie spruiten
in Rockanje

 


Hun eerste huis was 'een goed woninkie in de Passazie'. Klik hier voor Cors verhaal.
In deze 'schat van een woning' kreeg het echtpaar de twee eerste kinderen, Lou en Bep. Later,
in de Zoutziederstraat in Spangen, volgde nakomertje Corrie.

Kort na het huwelijk met Cor had Koos de zaak overgenomen van de firma H.P. Vermeulen,
gevestigd aan het Spuiwater 6-8. Dit was volgens het Rotterdamse adresboek uit 1919 een
'marquisen- en rolluikenfabriek'. In het adresboek van 1921 zien we dat hij een zaak had in de
Passage, nu echt als smid. Maar in 1925, toen hij en zijn vrouw inmiddels verhuisd waren naar
de Van Lennepstraat, zat hij wederom in de zonneschermenbusiness. De zaak die hij in 1928-29
had in de Zoutziederstraat, en later in de Schelfstraat, was dan weer een smederij en handel in
lichtreclame.
Het echtpaar woonde verder onder andere nog in de Boerhaavelaan en de Van Ostadelaan te
Schiedam en in de Rotterdamse Sourijstraat. Vooral mijn oma was erg gemakkelijk als het op
verhuizen aankwam...
Tijdens de oorlog verhuisden Cor en Koos, weggejaagd uit het door de Duitse bombardementen zo
zwaar geteisterde Rotterdam, naar Heemstede. Aanvankelijk reisde Koos nog heen en weer naar
zijn nerinkje in Rotterdam, maar omdat het reizen sinds de Februaristaking in 1941 onmogelijk was
geworden, moest hij daarmee stoppen. Toen nam hij de winkelruimte die hij onder de kleine
Heemsteedse bovenwoning tot zijn beschikking had, in gebruik en ging hij over op met name het
vervaardigen van sleutels. De zaak die Koos in Heemstede opende onder de welluidende naam
'De sleutelspecialist', bestaat nog steeds, zij het natuurlijk onder een andere eigenaar.


Koos, Cor en Corrie
bij het huwelijk van Lou in 1943

Cornelia Ivens en Koos Veltmeijer
op de Binnenweg te Heemstede,
30 jaar getrouwd

 


Koos zou zijn Cor de rest van zijn leven trouw blijven.
Op de onderste foto zien we hem en zijn vrouw op de veranda van het kleine bovenhuis aan de
Binnenweg te Heemstede, bij de viering van hun 30ste trouwdag in 1946.
Van links naar rechts op de achterste rij bij de openslaande deur: Bep Veltmeijer met echtgenoot
Jaap König. De middelste rij: Koos Veltmeijer, Bep Schafgans (een nichtje van Cor Ivens),
Cor Ivens, Riek Ivens, Miep Pagano Mirani (de vrouw van Lou Veltmeijer), Gerard Bart
(de man van Truusje Rüter, een nichtje van Cor Ivens), Cor Veltmeijer, Opa Pagano (de vader
van Miep), Lou Veltmeijer. Voorste rij: oudste kleinkind Elly, Marie Veltmeijer, Truusje Rüter,
Oma Pagano (de moeder van Miep), Mieke (het tweede kleinkind).


De Kerkstraat in Valkenburg door Jac. Veltmeijer

 


Net als zijn broer Herman had Koos Veltmeijer artistieke aspiraties. Zo ontwierp hij zelf de haarden
die hij als smid voor zijn klanten maakte. Hij bezat een prachtig boek met tekeningen als show-
materiaal. Dit boek is helaas kwijt geraakt, maar we hebben nog wel een paar andere kunstwerkjes
over van zijn hand. Een daarvan is deze potloodtekening van de Kerkstraat in Valkenburg.


Biografie Ivens


Terug naar kokobirry Homepage