Homepage KO Stamreeks Ivens Stamreeks Veltmeijer Rotterdamse zijreeksen Veltmeijer

Extra informatie bij Stamreeks VELTMEIJER

Jacobus Josephus Veltmeijer,
geboren te Rotterdam op 14 juli 1889,
zoon van Lodevicus Franciscus Antonius Veltmeijer
en Anna Maria Boensma



Herman Hendriks Feldmeijer was volgens het Rotterdamse trouwboek waarin zijn
huwelijk met Magdalena Savorij vermeld staat, afkomstig uit 'het Brandenburgsche'. Dit kan
betekenen dat hij uit de streek Brandenburg kwam, het kerngebied van de Duitse staat Pruisen.
Maar met 'het Brandenburgse' werd in de 18de eeuw ook wel de Pruisische staat in zijn geheel
bedoeld. Het keurvorstendom Brandenburg ging in de 17de eeuw geleidelijk op in het hertogdom
Pruisen, dat door toedoen van keurvorst Friedrich Wilhelm (1640-1688) uitgroeide tot de
eenheidsstaat Pruisen, waarvan Brandenburg een provincie werd. Rond 1750 was Pruisen
intussen een koninkrijk onder Frederik de Grote, waartoe veel meer dan alleen Brandenburg
behoorde. Zo hoorden bijvoorbeeld ook de Rijnlandse gebieden Kleef, de Mark en Ravensberg
(ten oosten van Nijmegen) bij Pruisen.
Hermans vrouw, Magdalena Savorij, was in Rotterdam geboren. Zij was naar het zich laat
aanzien een dochter van de uit Parijs afkomstige Louis Savary en diens uit Breda afkomstige,
tweede vrouw, Sara Brousse (Broese).
Sara's vermoedelijke vader Estienne Brousse werd op 7 november 1691 toegelaten als poorter
(stadsbewoner met burgerrecht) van Breda. Hij kwam volgens de verklaring in het poorterboek
uit 'Eggesmorte', in de Provence van Langedocq. Zijn vrouw Catherine Courtin had voorouders in
de Franse streek Picardië, de geboortestreek van Calvijn.
Dat onze Franse voorouders in de zestiende of zeventiende eeuw naar het noorden zijn gekomen,
was waarschijnlijk een gevolg van politieke omstandigheden. Onder hen kunnen soldaten zijn
geweest die moesten of wilden meevechten in een van de vele oorlogen waarbij de Nederlanden
in die periode betrokken waren. Maar het is zeer waarschijnlijk dat zich onder de Franse
landverhuizers ook politieke asielzoekers bevonden. Om te beginnen vluchtten er eind zestiende
eeuw vele hugenoten (Franse calvinisten)naar het noorden, nadat meer dan 20.000 van hen waren
afgeslacht op bevel van koning Charles IX, die daartoe was aangezet door koningin-moeder
Catherina de Medicis. In 1598 werd door Henri IV weliswaar weer meer godsdienstvrijheid
verleend aan de calvinisten (het Edict van Nantes), maar in 1685 maakte zonnekoning Louis XIV
daar opnieuw een eind aan. Om die reden sloegen wederom vele protestanten op de vlucht; onder
hen de bekende hugenoten, maar ook de minder bekende Waldenzen, die vanuit Zuid-Frankrijk
uitweken naar Genève en vandaar veelal naar Duitsland.
Daar werden de verjaagde protestanten vooral goed ontvangen in... Brandenburg. De boven reeds
genoemde keurvorst Friedrich Wilhelm, zelf calvinist, kampte met een sterk ontvolkt Brandenburg
en liet daarom alle om hun geloof vervolgde protestantse sekten toe (het Edict van Potsdam). Het
ligt dan ook wel zeer voor de hand dat de uit Parijs afkomstige familie Savary in Brandenburg is
geweest en daar in contact is gekomen met de familie Feldmeier, waarin later Magdalena Savory
inhuwde.
Overigens stamde de eerste vrouw van Magdalena's vader, Louis Savary (deze huwde in 1701 te
Rotterdam met Florence Ectermans Fournier), af van mensen uit het ten noorden van Parijs gelegen
Picardië.

Adressen te Rotterdam:
Herman Hendriks Feldmeijer woonde in 1751 Achter Het Clooster;
hij stierf in 1776 in de Heerestraat over Hodenpijl.
Magdalena Savorij woonde in 1751 aan de Molewerff, Einde Botersloot;
zij stierf in 1800 in de Heerestraat.
Toen hun zoon Johannes Veltmeijer werd geboren woonde het echtpaar in de
Goudse Wagestraat.

Bronnen: Stadarchief Rotterdam, Stadsarchief Breda, Encarta-Encyclopedie 1993-2002

Johannes Veltmeijer trouwde in 1780 met Neeltje Castelein. Haar vader Pieter Kastelein
stamde af van Joost Pieters Castelijn, uit Mater bij het Vlaamse Oudenaarde. In 1705 trouwde
deze Pieter in het toen nog niet bij Rotterdam ingelijfde Hillegersberg met een Hillegersbergse.
Een kastelein was in de Middeleeuwen hetzelfde als een burggraaf: een overheidsdienaar, die
meestal heer was van een burcht.
De afstamming van Neeltjes vader Pieter via de kant van zijn moeder (Neeltje Pieters Hoek)
is enigszins in nevelen gehuld. Er zijn evenwel een paar bescheiden aanwijzingen dat hij afstamde
van Adereijaen Kleijn, die gehuwd was met Neeltje Jacobs van Nes. Neeltje Jacobs
kwam uit de beroemde familie Van Nes, van wie diverse leden zich verdienstelijk maakten als
zeeofficier tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Een broer van Neeltje, Jan Jacobsz
van Nes, alias 'De oude Boerjaep', was een van de kapiteins onder wier leiding op 21 oktober
1639 nog maar weer eens de Spaanse vloot (Armada) werd veroverd. Het bekendste lid van
de familie Van Nes was Aert Jansse van Nes (1626-1693), naar wie in Rotterdam een straat
vernoemd is.

Adressen te Rotterdam:
Johannes Veltmeijer woonde in 1780 in de Heerestraat;
hij stierf in 1807 aan het Stockvischwater.
Neeltje Castelein werd geboren toen haar ouders woonden in de Brandewijnsteeg;
zij woonde in 1780 in de Halstraat.
Toen hun dochter Maartje Veltmeijer werd geboren woonde het echtpaar op de Goudseweg.

Bronnen: Stadsarchief Rotterdam

Maartje Veltmeijer zette een zoon Lodewijk Veltmeijer op de wereld, samen met een
officieel onbekende vader. De reden waarom voor de naam Lodewijk werd gekozen, is hoogst
waarschijnlijk gelegen in de familiegeschiedenis van de Veltmeijers. Een van Maartjes broers
heette ook al Lodewijk, vermoedelijk naar bovengenoemde Louis Savary. Maartjes in 1782
geboren broer schopte het tot kuiper, maar had de pech dat Holland in 1810 door Napoleon
Bonaparte was ingelijfd bij diens Franse keizerrijk en dat Nap manschappen van node had voor
zijn veldtocht tegen Rusland in 1812... Vermoed wordt dat Lodewijk stierf in november 1812 na
de overtocht over de Russische rivier de Berezina, waar de troepen van Napoleon na de mislukking
van de veldtocht de genadeslag kregen toegediend. Lodewijk is hoe dan ook klaarblijkelijk niet
teruggekeerd naar huis, want er werd een officieel formulier van afwezigheid afgegeven op 23
juli 1822. Het lijkt mij niet te vergezocht om aan te nemen dat Maartjes in 1824 geboren zoon
vernoemd werd naar zijn oom Lodewijk.

Adressen in Rotterdam:
Maartje Veltmeijer woonde in 1824 aan de Groenendael, samen met Andries Helderman,
de mogelijke vader van Maartjes zoon Lodewijk. In 1829 woonde zij in de Schoutensteeg.
Andries Helderman woonde in 1829 in het Stadsarmenhuis aan de Schiedamschendijk, waar
hij in 1840 overleed.

Bronnen: Stadsarchief Rotterdam, Website Genealogy Michel Ball,
Encarta-Encyclopedie 1993-2002

Dankzij het volkstellingsregister van 1829 weten we waar Maartjes zoon Lodewijk Veltmeijer
zijn jeugd doorbracht, in ieder geval vanaf dat jaar.
Als zijn huisgenoten in 1829 worden vermeld: Maria Harsheim, wed. Reihgers, 41 jaar, Ida
Reihgers, 23 jaar, Catharina Reihgers, 19 jaar, en Jantje Heugels, 2 jaar.
Met behulp van de Rotterdamse Doop-, Trouw- en Begraafboeken en de Burgerlijke Stand heb
ik kunnen vaststellen dat het hier in correcte spelling gaat om Maria Hartzheim uit Delfshaven, in
1804 gehuwd met Theodoor Henrich Rehr (ook Reijers genoemd) uit Senden in Duitsland, die
in 1804 woonde binnen het ambacht Cool. Maria en Theodoor kregen in 1805 een dochter Yda
en in 1808 een dochter die Maria Catharina werd gedoopt. Het twee jaar oude 'Jantje Heugels'
moet de in 1828 onder de naam Johannes Wilhelmus Heugens gedoopte zoon zijn van de dan
nog ongehuwde Yda en haar latere echtgenoot, Johannes Huijgens.
Lodewijks verblijf in het huishouden van Maria Hartzheim biedt een mogelijke verklaring voor
het feit dat hij zijn eerste dochter Ida Cornelia noemde. Waarschijnlijk zullen de dochters van
Maria Hartzheim zich veel hebben bemoeid met Lodewijks opvoeding. Yda had binnen moeder
Maria's huishouden een eigen gezinnetje met het zoontje van Johannes Huijgens. Lodewijk zal
zijn drie jaar jongere huisgenootje wel als zijn broertje hebben beschouwd, en daarom diens
moeder Yda wel ook als de zijne, wat dan weer een reden kan zijn geweest om haar een
vernoeming waardig te achten.
Lodewijk Veltmeijer en zijn moeder Maartje waren protestants, maar het gezin Reijers was
rooms-katholiek. Het feit dat Lodewijk in dit gezin zijn jeugd doorbracht, zal naar alle
waarschijnlijkheid betekend hebben dat hij in weerwil van zijn protestantse voorgeschiedenis,
katholiek is opgevoed. Hij zal dan ook wel degene geweest zijn, die het rooms-katholicisme
heeft geïntroduceerd in de van oudsher protestantse familie Veltmeijer.

Lodewijk Veltmeijer trouwde in 1849 met Maria Alberta van Steenhoven. Haar vader
Jacobus, geboren in Rotterdam, was een telg uit het van oorsprong Oosterhoutse geslacht
Van Steenhoven, met als oudst bekende voorvader de rond 1590 geboren Bartholomeus.
De moeder van Maria Alberta was geboren in Amsterdam. De vader van deze Agie Duym,
Abraham, was oppertimmerman op een Pruisisch fregat genaamd Sophia Charlotta. Hij kreeg
een zeemansgraf, want het fregat werd zijn plaats van overlijden op 20 maart 1802.
Lodewijk en Maria Alberta hebben elkaar vermoedelijk leren kennen dankzij de contacten
die er waren tussen de Amsterdamse familie Van der Linden (voorouders van Maria Alberta)
en de families Helderman en Van Tol (voorouders van Andries Helderman aan moederskant),
waarvan we zowel in Rotterdam als Amsterdam vertegenwoordigers tegenkomen.

Adressen in Rotterdam:
Lodewijk Veltmeijer woonde zowel in 1829, toen hij 5 jaar oud was, als in 1849, het jaar van
zijn trouwen, in de Zevenhuissteeg, op nummer 531.
Uit de oude adresboeken van Rotterdam valt op te maken dat hij als smid werkzaam is
geweest aan de Oostmolenstraat, de Hofstraat, de Kerklaan, de Alexanderstraat
en (vanaf 1890 tot aan zijn pensioen in ± 1901) aan de Mauritsstraat.
Na zijn pensioenering bleef hij tot aan zijn dood in 1911 wonen in de Mauritsstraat.
In 1901 werd op het adres Mauritsstraat 123, waar voorheen de smederij van Lodewijk
Veltmeijer gevestigd was, een strijkerij ingericht door Lodewijks dochter Anna Maria
Antonia (* 1859), in het adresboek J. Veltmeijer genoemd. In 1903 wordt een A. Veltmeijer,
strijkster, vermeld op hetzelfde adres, evenals een strijkster genaamd I. Veltmeijer; dit was
Anna's iets oudere zuster Ida Maria Antonia (* 1857). Nog in 1931 wordt de strijkinrichting
van A.M.A.Veltmeijer aan de Mauritsstraat (nu op 117b) vermeld.
Anna Veltmeijer stierf in 1938, maar in 1939 was er nog steeds een Ia.A.M.Veltmeijer,
zonder beroep, woonachtig op het adres Mauritsstraat 117b: Anna's zus Ida.

Bronnen: Stadsarchief Rotterdam, Website Stamboom van de familie Van Steenhoven,
Stadsarchief Amsterdam, Familiegeheugen

Stadsarchief Rotterdam
Stadsarchief Breda
Genealogy Michel Ball
Stamboom van de familie Van Steenhoven
Stadsarchief Amsterdam


Biografie Veltmeijer


Terug naar kokobirry Homepage

Laatste wijzigingen: 24 juni 2008